Kan u mij de weg naar Van(Hamel)en vertellen, Mijnheer?

KV Mechelen-Lierse. Een derby uit de oude doos. Ik was nog niet eens het stadion binnen of ik hoorde het al: ‘Aiai, waar zijn die kamelen’. De sfeer zat er al in … Alleen wilden de spelers de eerste helft niet mee. Mats Rits kondigde het aan tegen de supporters. Jullie zullen 11 leeuwen op het veld zien. Ach ja, elke leeuw is ooit als welpje begonnen.

Daar zat ik dan … Op mijn vertrouwde plekje in het stadion. Hopend op een knallende match. De eerste 45 minuten waren hels. De Mechelse interpretatie van Twist and Shout kan ik niet meer horen. De cd-speler van de spionkop bleef duidelijk hangen op repeat. Het spelbeeld was om te huilen. Ergens leek het wel op het breiclubje van mijn Tante Gusta. Breien, breien en nog eens breien. En hopen dat je geen steek laat vallen. Anders kon het werk onmiddellijk opnieuw beginnen. Voetbal was meer dan ooit zoals breien. Gelukkig was het weer aangenaam genoeg om een koffiekransje op de tribunes van Malinwa te houden.

Als ik de vakpers mag geloven, heeft Lierse naar het schijnt een goede speler. Benson is zijn naam. Maar Manuel from Lierse had zijn dagje niet. Zijn haarsnit sprong meer in het oog dan zijn prestaties op het veld. Hij leek wel een Edmilson Light versie tijdens de derby van Groot Mechelen. Keeper Mike Vanhamel viel mij meer op. Robuust, een hipsterbaard in’t kwadraat en oerdegelijk in zijn prestaties. Lierse-fans doen tegenwoordig de Ijslanders na. Zou het met hun keeper te maken hebben.

Het leek het dagje van Mike Vanhamel te worden. Alleen die dekselse 90e minuut was er voor hem te veel aan. Uros Vitas kon hem de weg naar (Van)Hamel(en) vertellen. Knal, binnen en boeken toe.