Het bijbelse kantje van The Band

Daar zat ik dan. Voor het eerst in 14 jaar, dat ik talentenjachten volg op nationale televisie, mocht ik de liveshow bijwonen vanuit de zaal. Eventjes een korte schrijf-carrièreschets over mezelf. Mijn guilty pleasure op schrijfvlak begon ooit tijdens Idool 2003. De plaats waar Natalia, Wim Soutaer en Brahim van zich lieten horen was mijn officiële maiden trip. Nooit eerder volgde ik de show vanuit de zaal. Tot nu … Het had wat in zich om het spektakel vanuit het publiek te volgen. Heerlijk toch om me tussen de supportersclans te begeven. Altijd fun verzekerd.

En toch .. viel op het einde van de show een bom. Vanuit het niets kwam Kris Wauters met de boodschap dat de kandidaten zelf Job of Kai naar huis mochten sturen. Alleen moesten ze nog een week repeteren. Eén van hen krijgt volgende week te horen of ze mogen blijven of vertrekken. Emotioneel loodzware toestanden. Zeker omdat hun collega’s daarna nog een vlekkeloze show moeten afleveren. De bom viel, de waterlanders vloeiden … En de jury schreef geschiedenis. Voor het eerst in de geschiedenis van Belgische talentenjachten gaf de jury het uit handen.

Dit alles had wat bijbels in zich. Moeten de kandidaten nu een Salomonsoordeel vellen? Iemand een Judaskus geven of … is het een geschiedkundigverhaal als Romulus en Remus waar de tweeling in een mandje op de Tiber werden gezet. Ik wil me niet in de plaats van kandidaat Joost zetten. Hij moet een oordeel vellen over zijn vriend Job en een potentiële bandgenoot Kai. Vriendschap of muzikale dromen achterna. Quasi zeker haalt vriendschap de bovenhand. Beide heren zitten al samen in een band. Maar de keuze lijkt me moordend. .

Na de show mocht ik het podium op. Ik zag waterlanders vloeien. Vrouwen zien het graag wanneer echte mannen een traantje laten. Stuk voor stuk toonden ze allemaal hun mannelijkheid. De komende week staan ze voor een onmogelijke keuze. Bij The Band lijkt de rollercoaster van emoties nu echt begonnen. Tenslotte geldt maar één motto: The Show Must Go On, niet waar ….