Truukjesman

Kaartentruuks … Het is iets waarmee je kan uitpakken op éénder welk groot familiefeest. U weet niet wat te doen in de eindejaarstijd. Haal die goocheldoos van weleer maar even boven. Indruk maken op de kleinste ukjes van de familie doe je zeker. De zatte nonkel Gust en zijn met ‘schaamrood’ op de wangen-vrouw oftewel tante Zulma vallen van hun stoel en beweren dat ze het ook in de vingers hebben. Niets is echter zoals het lijkt. Anno 2016 behoren truukjes met kaarten tot de categorie van close-up goochelen. Omdat niet iedereen deze hippe taal begrijpt, omschrijf ik het als : vingervlugge (zelfs aalvlugge) mensen, die je onder je neus kunnen bedotten. Kortom: momenten, waar je je een prompte What the f**k laat weerklinken. Helaas mij is het nooit gelukt om de kunsten van de magie onder de knie te krijgen. Buiten de waard van enkele explosies in het chemielokaal gerekend.

Nicholas Arnst daarentegen timmert rustig aan zijn weg als close-upgoochelaar verder. Bekend geraakt door Belgium’s Got Talent .. Zoals gebruikelijk niet tot in de finale geraakt omdat Vlaanderen geen SMS-affiniteit hebben met goochelaar. Ondertussen echter wel omarmd door het Vlaamse publiek door zijn street magic-show op de commerciële zender. Onlangs heb ik voor het eerst in mijn leven een goochelshow van hem bijgewoond. Akkoord, het was een try-out. En normaal mag ik daar geen letter over neerpennen. Maar ach, het mag gezegd en geschreven worden. Deze gewezen student psychologie is niet de goochelaar met de nodige blingbling, de hoge hoed en een bevallige assistente in schaarse outfit. Neen, hij maakt zijn entree op een skateboard in een uitverkochte zaal. He’s just a skaterboy, en toch …
Zijn truuks zijn nu niet meteen het toonbeeld van spektakel. U weet wel: goochelaar die vrouwen doormidden zagen of truuken met de nodige kooien. Neen, hij moet het hebben van het kleine goochelen. Shows waarbij je al je zintuigen de kost moet geven.

Ergens doet hij me wat denken aan basketballer Kevin Dillard. Vorig jaar interimaris van dienst bij Antwerp Giants. De brave man was te goed voor de Belgische competitie. Op het terrein liet hij vaak zijn beste ‘bal’’goochel’kunstjes zien. Mijn neefje, een jonge ‘god’ onder de ring, zat er eens bij en keek er naar. Prompt voelde ik een duwtje in mijn zij. “Bart, wat hij doet … kan ik niet. Dat is Truukjesman.” … En dan heeft hij Nicholas nog niet live aan het werk gezien …