De Nederlandse acteur Jon Van Eerd was te gast in de talkshow OP 1 bij onze noorderburen. En dit naar aanleiding van een tweet met de veelzeggende woorden: ‘En nou ben ik er helemaal klaar mee.” “Ik ben wat je noemt een vrije ondernemer. Ik leid een bedrijf en probeer een product op de markt te brengen. Wat ik in heel de Coronacrisis mis, is het feit dat cultuur ook een belangrijke economische factor heeft. Zo vertegenwoordigen we amper 1 % minder van het bruto binnenlands product dan de luchtvaartsector. Dat is niet te zien aan de hulpmiddelen die ons worden voorgesteld.”
Hij stuurde ook een tekst met de veelzeggende titel “En nou ben ik er klaar mee”. Eéntje, die wij u niet willen onthouden:
En nou ben ik er klaar mee ….
Keer op keer wordt de cultuursector neergezet als zou deze volledig ingevuld worden door de gesubsidieerde gezelschappen en instellingen! Toegegeven, soms krijgt iemand de kans om in een programma met bijzinnetje de vrije producenten te noemen. Maar steeds weer wordt er afgedwaald naar de grotere gezelschappen en festivals en musea. Ook ik vind het jammer dat het Oerol niet door gaat. Ook ik vind dat het Rijksmuseum moet blijven bestaan.
Maar laten we eerlijk zijn. Het lijkt er niet op dat minister van Engelshoven ook maar enig idee heeft dat DE culturele sector veel omvattender is dan dat!
En een pleidooi van Cornald Maas die bij “M” gelijk maar de gelegenheid aangrijpt om “even los van dat coronavirus” een antwoord te willen afdwingen op de vraag of er alsjeblieft in de toekomst niet meer zo moeilijk gedaan wordt over het verdelen van subsidies, draagt niet bij aan een beter begrip!
Het geld gaat nu naar de grote podia en gezelschappen. De commerciële producenten kunnen het eventueel lenen. Dat zijn dezelfde commerciële producenten die het zich niet kunnen veroorloven om dan maar een monoloog in het theater te brengen. Dat zijn dezelfde commerciële producenten die geen effect bereiken met een zaal waar iedereen anderhalve meter van elkaar af zit. Dat zijn dezelfde commerciële producenten die zich een anderhalve meter cultuur niet kunnen permitteren. Dat zijn dezelfde commerciële producenten die tezamen goed zijn voor meer dan 60% van het theateraanbod. Ieder seizoen weer. Dat zijn dezelfde producenten die seizoen na seizoen acteurs, schrijvers, regisseurs, ontwerpers, medewerkers, decorbouwers, drukkers, vrachtwagenchauffeurs, belichters, planners, designers, internetbedrijven, impresariaten, accountants, planners, geluidstechnici (…) werk geven! En dat zonder subsidie! En dat op eigen risico. En dat al jaren!
DE culturele sector is geen hobbyisme zoals meneer Wiebes in zijn oneindige domheid beweerde. DE culturele sector is geen elite-begrip. DE culturele sector is van ons allemaal. Hóe jammer het ook is dat het Oerol festival dit jaar niet door kan gaan!
Jon van Eerd
Foto: Farcetheater