Daar stond ik dan … Gepakt en gezakt afgelopen zondag voor de Torekenstocht in Onze-Lieve-Vrouw-Waver. Je moet weten: de Torekens van Waver hebben een bijzondere betekenis in mijn leven. Maar liefst zeven jaar lang heb ik daar les gevolgd in het plaatselijke Sint-Ursula-Instituut. De wintertuin en het klooster kennen geen geheimen maar. Alleen ben ik pas later 26 km gaan wandelen in de Waverse velden. En ik moet zeggen … het blijft een tocht met heel veel sentiment. Alleen waren de weergoden me niet goed gezind. Het weer was nogal Flandrien-gericht. Wind, regen en modder … en ik .. ik ben toch Sagan niet.
Ik ben vertrokken voor een parcours dat te lijden had onder het slechte weer. De passage langs het door mij omgedoopte Smurfenbosje was een hels karwei. Met het Smurfenbosje bedoel ik een passage waar je als Smurf net doorgeraakt. Wandelhoogte +/- 1m50 wel te verstaan. In mijn dromen liep ik de bevallige Smurfin tegen het lijf. Ze was niet zo goed geluimd. Haar hagelwitte pakje moest ze immers naar de droogkuis brengen. Alleen is het een hels karwei om een droogkuis op zondag te vinden … Ach, was ik maar Sagan. Die zou Smurfin met een wheelie door de modder rijden. Ikzelf .. ben te groot. Met mijn 1m85 en een beetje betekent op één wiel rijden in dat bosje met zekerheid modder op je snoet, lijf en leden. Op zulke momenten ben ik jaloers op Sagan. Voor hem is dat allemaal kinderspel. En ik … ik ben toch Sagan niet.
Ook de ‘Doggie-Woods’ of ‘ beter gezegd De Hondsbossen waren geteisterd door de regenval van de voorbije dagen. Modderstroken waar Sven Nys jaloers op zou zijn. Alleen had ik geen zin in een modderbadje voor mijn schoonheid te verbeteren. Schoorvoetend er door stappen was de boodschap en hopen dat ik niet kennis mocht maken met de modder. Voor Sagan zijn zulke passages geen enkel probleem. Alleen ik … ik ben toch Sagan niet. Die is tenminste Flandrien.