Vive le vlo!

Afgelopen vrijdag zat ik in de trein. Ik was op weg naar huis bezig met de krant te lezen toen een bepaald artikeltje mijn aandacht trok. Meer bepaald over het boek van Meester Mark. Eventjes een korte samenvatting voor diegenen, die het boek niet kennen. In het boek verzamelt Meester Mark de meest grappige antwoorden van kinderen op toetsen. En tja, het kan gebeuren …. Ook bij mij.

Het leek wel alsof ik terug werd geprojecteerd in mijn eigen schoolcarrière dito studententijd. Als kleine jongen heb ik ooit een kemel van formaat geschoten op een toets Nederlands. Meer bepaald over ‘meervoudsvorm’. Het leek me allemaal zo logisch vroeger toen ik meervouden moest aanleren. Ofwel zet je er +s bij ofwel +en. Waarom zou ik er dan toch nog moeite voor doen om het allemaal aan te leren. Tja, en net dan gebeurt het … . Ooit heb ik een kemel van formaat geschoten op een toets Nederlands.

Bij ons in de streek spreekt men over een vélo wanneer we over een fiets spreekt. En dat was ik in mijn jonge jaren ook te weten gekomen. Wanneer je dan op een toets de vraag krijgt om het meervoud van vlo in te vullen .. Tja, dan zet je er gewoon +s achter. Een idee zoals een ander, niet waar. Vive le vlo … Het was inspirerend voor televisie. Waarom zou het niet voor mij kunnen? Tja, en net dan gebeurt het … Dan maak je een grote blunder. In plaats van vlooien werd het vlo’s. Hoongelach kwam over me heen toen ik thuis mijn toets moest laten tekenen …

Maar één ding heb ik met de jaren geleerd. Ik kan maar beter met de fiets rijden.