
’t Ros Beiaard, Jan Van Dyke – de Show van M’n Leven en de zomer nog Singing’ in the Rain … De agenda van choreografe Ingrid Coppieters staat in 2022 goed gevuld. 30 jaar nadat ze elkaar voor het eerst zagen in het Franse Lido, werkten Jan Van Dyke en Ingrid Coppieters voor het eerst professioneel samen aan een productie. ‘In 1993 danste ik al een jaar in het Lido toen Jan Van Dyke daar als internationale act kwam. Omdat ik vernam dat hij en zijn compagnon de route Franky Boy Belgen waren, hebben we elkaar leren kennen. Tijdens de pauze zochten we elkaar op in de loge. Ook al is het nu dertig jaar geleden: Jan en ik zijn blijven contact houden. Elk jaar is hij trouw op post om zijn oog te werpen op ‘Cabaret Magiq’.’ Een cabaretvoorstelling in de stijl van het Franse cabaret. Toen hij mij contacteerde om mee te werken aan ‘De Show van M’n Leven’ heb ik geen seconde getwijfeld. Het leek me een leuk idee. Het gekke is dat we na onze Lido-periode elkaar wel regelmatig tegen het lijf liepen. Bij ‘De Show van m’n leven’ was het eerste keer dat we echt samen onze handen in elkaar sloegen. Natuurlijk ken ik zijn reputatie als pietje precies en hyperperfectionist wel. Maar ach, deze uitdaging ga ik met alle plezier aan. Het bijzondere was dat ik hier geen danseressen op het podium had, maar wel artiesten die ik moest choreograferen. Dan is het belangrijkste doel dat ik hen op het podium laat bewegen zonder dat ze zich belachelijk zouden voelen in de gemaakte bewegingen. Naar mijn gevoel is dat goed gelukt. Bij Jan zit alles in zijn hoofd. Hij is een perfectionist van de bovenste plank. Dat vraagt hij ook van de mensen rondom hem. Soms is het niet eenvoudig om zijn visie te volgen Je voelt heel snel dat de basis van een goede samenwerking wederzijds respect is. Dat geeft als choreograaf enorme vrijheid. Tussen ons is er een klik, die nooit zal wegebben. Once a Lido, always a Lido.’
Routine
Routine: het is een codewoord dat je in een gesprek met Ingrid heel snel als ‘not done’ te horen krijgt. ‘De lat ligt altijd hoog wanneer je aan dergelijke producties werkt. Neem nu mijn periode bij het Lido: 6 dagen op 7 , 2 shows per avond. Mensen betalen om naar jou te komen kijken. Op routine teren is dan uit den boze. Routine maakt het dan echt gevaarlijk. Ik herinner me nog dat Jan en Franky Boy in hun loge een scorebord hadden. Dag na dag gaven ze hun publiek punten. Wanneer het publiek iets minder reageerde, vroegen ze zichzelf af hoe dat kwam. Iedereen betaalt even veel voor een show en wil daar op dezelfde manier voor geëntertaind worden. Dat is een les, die ik altijd van hen zal onthouden. Onlangs werkte ik mee aan het Ros Beiaard in Dendermonde. Daar moeten mensen tot 4 uur lang in dezelfde houding een verhaal vertellen. Dan is het belangrijk dat ieder persoon dezelfde expressie behoudt. Net dan komt het goed over bij het publiek.’
Bluebell Girl
De avonturen in Parijs neemt Ingrid voor de rest van haar leven mee. ‘Een goede vriend van mij danste al een jaar bij het Lido vooraleer ik er kwam. Omdat ik toen groter was dan 1m75, vroeg hij me of ik geen interesse had om bij het Lido te gaan dansen. Van het een kwam het ander. Het was een drie jaar durend avontuur dat ik nooit meer zal vergeten. Maar na drie jaar was het wel goed. 6 dagen op 7 werken, 2 dezelfde shows op een avond … Ondanks de goede begeleiding is het niet evident om dit vol te houden. Toen Frank Van Laecke me vroeg om hem te helpen bij de musical aan het Donkmeer, kwam ik terug naar huis. Hij trok me over de streep om de stap toch te zetten. Het was een fantastische periode. Het bracht me als choreografe en als mens enorm veel bij. Ik heb mogen werken in een internationale omgeving. Mijn rugzakje raakte daar stevig gevuld en mijn talenkennis ging zeer goed vooruit. Zo deelde ik de loge met Franse, Australische en Amerikaanse meisjes. Mijn periode daar duurde misschien amper drie jaar. Naar mijn gevoel was het veel langer.’
Lido
Met pijn in het hart blikt Ingrid terug op de problemen die er de voorbije maanden waren in het Franse cabaret waar ze mooie herinneringen aan koestert. ‘Toen we de voorbije weken te horen kregen dat het Lido stopt, was dit voor ieder van ons een stevige klop. Ik heb nog veel connecties in Parijs. We zagen de problemen in het Lido al enkele jaren geleden opduiken. Toen hadden we in Parijs een show van het nieuwe Lido gevolgd. Het viel ons op dat het niet meer was zoals het vroeger bekend stond. Mooi voorbeeld: Er liepen meer mensen rond met tattoos en er waren veel minder pluimen en hoofdtooien. Van een stijlvol cabaret werd het een modern urban verhaal. Volgens mij was dit de doodsteek van heel het verhaal. In Parijs was de verdeling vroeger heel logisch. De Moulin startte uit het volkse. Het Lido was een klasse hoger: een stijlvol cabaret, waar je niet zo maar binnen kwam. Naar mijn gevoel werd er nu gekozen voor een andere stijl dan vroeger. Maar dat verkoop je niet zomaar aan je honkvast publiek. Zij kozen vroeger altijd voor een echte authentieke Lidoshow.’
Foto: Collectie Ingrid Coppieters