Steven Roox is wat je noemt een creatieve duizendpoot. Als rasechte Vlaming heeft zijn weg in Nederland als artiest goed gevonden. Zo was hij te zien in de musical Anastasia. Maar hoe kijkt hij terug op de Corona-tijd. Een gesprekje … Chez Steven Roox. “Als acteur is de voorbije periode een rampzalig gegeven. Wanneer je nu merkt dat theaters zich gaan beraden of het theaterseizoen dit jaar nog kan doorgaan. Dat is dit een vreemde gewaarwording. Want je moet alles in de juiste context bekijken. Naast het acteerwerk heb ik met Roox Live ook mijn eigen bedrijfje waarmee ik optredens doe in het particuliere circuit (gewone optredens en bedrijfsevenementen). Dan kom je tot de conclusie dat alles wat in het professionele circuit gebeurt allemaal niet meer mocht. “
Creativieit
Creativiteit is de sleutel tot succes volgens Steven om als acteur het hoofd boven water te houden. “Wanneer je thuis blijft zitten, gebeurt er niets. Iemand anders zal het niet voor jou doen. Creatief uit de hoek komen is nog altijd beter dan in je zetel te ploffen. Blijven wachten tot de telefoon plots zal rinkelen is helemaal geen optie. Het gaat nog een hele poos duren vooraleer grote voorstellingen van +/- 1000 mensen zullen mogen. Dan bestaat de kunst er wel degelijk uit om het theatervak met kleine initiatieven in de verf te zetten. De zingeving van het theater aan de mensen tonen. Meer moet dat niet zijn.”
Breda
Onlangs was Steven de eerste, die met zijn bedrijfje een optreden in Nederland mocht organiseren. Zo trad hij samen met enkele van zijn collega’s begin juni in Breda op voor een beperkt publiek “Er overviel ons een echte eerste schooldag gevoel. Ook al hebben we allemaal al heel wat ervaring. Ieder van ons was enorm zenuwachtig. We waren allemaal afgepeigerd toen we van het podium kwamen. Maar het deed deugd om nog eens ons ding te mogen doen. Maar de liefde voor theater blijft bij mij enorm groot. Ik zie mezelf nog niet als brandweer of hogeschoolleraar werken. Zingen, acteren en creatief uit de hoek komen blijft mijn allergrootste passie.”
Foto: Ruud Pos